Algemeen
Een groot deel van ons werk als dierenarts bestaat uit het begeleiden van kalverbedrijven. Een gedeelte van die bedrijven heeft blankvleeskalveren, een gedeelte starters en een gedeelte roséafmestkalveren. We werken met twee geborgde kalverdierenartsen. Het liefst bezoeken we de bedrijven tussen de voerbeurten door. Iedere dierenarts begeleidt zijn vaste bedrijven, zodat we het bedrijf en de voervertegenwoordiger kennen. Bedrijfsgezondheidsplannen en bedrijfsbehandelplannen houden we up-to-date en we assisteren bij het implementeren van (nieuwe) regelgeving.
Aanbevelingen
Voor de winter
Stel de ventilatie van uw stal af op verhoogde luchtvochtigheid en een groot verschil in dag- en nachttemperatuur.
Hou rekening met wind, deze kan aanleiding geven tot tocht, met oorontstekingen en luchtwegproblemen tot gevolg.
Verwarmen
- Verwarmen van de stal is bij lage buitentemperaturen vanzelfsprekend. Het verwarmen van de stal heeft een positief effect in de startperiode: minder diarree en een verminderde vatbaarheid voor luchtwegproblemen. Zorg er dus voor dat de stal bij binnenkomst van de nuka’s 15 graden (comfortzone van jonge kalveren) is en verwarm de stal voldoende lang door.
- Blijf hierbij steeds ventileren, want verse lucht is extra belangrijk gezien de productie van ongewenste gassen bij het stoken in de stallen. Bij te weinig aanvoer van verse lucht krijgen we irritatie van de luchtwegen, waardoor deze weer gevoeliger worden voor allerlei luchtwegaandoeningen. Ventilatie voorkomt ook een te hoge luchtvochtigheid.
- Denk ook aan een warme ziekenboeg voor slappe kalveren. Een droog strobed doet wonderen voor een sneller herstel.
Extra energie
- Bespreek uw opstartschema met uw voervertegenwoordiger. Hoeveel liter per kalf en hoeveel gram melkpoeder per liter plus het ruwvoerschema. Stem dit af op het type nuka’s dat u ontvangt. Hou er rekening mee dat een kalf voor onderhoud minimaal 450 gr per dag nodig heeft. Een kalf in deze periode heeft ongeveer 10% meer energie nodig om zich warm te houden.
- Hou er bij de aanmaak ook rekening mee dat uw leidingen en ook de drinkbakjes kouder zijn, waardoor de drinktemperatuur lager kan worden. Controleer deze temperatuur regelmatig en pas zo nodig de temperatuur aan, dit komt de vertering ten goede.
3x daags melk
- U kunt ook overwegen om drie keer per dag melk te gaan voeren. Dit leidt tot een betere benutting, er kan meer melkpoeder per dag gevoerd worden waardoor de kans op cachexie afneemt. Het beste resultaat krijgt u als minimaal gedurende tien dagen drie keer per dag melk wordt gevoerd. Regelmaat is van groot belang. Spreid de melkgift evenredig over de dag.
Bevriezen ruwvoer
- Let er ook op dat ruwvoer niet te koud gevoerd wordt. Dit kan leiden tot een slechte penswerking en een verminderde opname van ruwvoer. In de ergste gevallen heeft dit pensvervuiling tot gevolg. Kouder drinkwater geeft ook aanleiding tot verminderde voeropname.
Gezondheid en Medicijnen
Aangepaste regelgeving 2014 (de UDD-regeling)
Sinds 1 maart 2014 mogen antibiotica in de veehouderij alleen nog onder strikte voorwaarden door veehouders zelf worden toegediend. Deze voorwaarden zijn vastgelegd in bijlage 9 van de Regeling Diergeneesmiddelen en omvatten onder meer een een-op-eenovereenkomst tussen dierenarts en veehouder, regelmatige bedrijfsbezoeken (voor vleeskalveren minimaal eens per drie maanden) en een bedrijfsdossier. Antimicrobiële middelen worden in beginsel uitsluitend voorgeschreven na klinische inspectie van de te behandelen dieren.
Op basis van een waarschijnlijkheidsdiagnose kan de dierenarts antimicrobiële middelen voor een eenmalige behandeling voorschrijven en afleveren. Voor sommige aandoeningen bij individuele vleeskalveren die zijn opgenomen in het bedrijfsdossier, mag de veehouder een beperkte hoeveelheid eerstekeuzeantibiotica op voorraad houden en tot behandeling van individuele dieren overgaan (maximale totale hoeveelheid is de hoeveelheid antibiotica waarmee 15% van de aanwezige dieren volgens de bijsluiter voor de betreffende aandoening behandeld kunnen worden).
Alleen voor de behandeling van individuele dieren met luchtwegaandoeningen of darm- en gewrichtsontsteking mogen tweedekeuzemiddelen op het bedrijf aanwezig zijn, mits:
- De dierenarts de afgelopen 14 dagen het bedrijf heeft bezocht en vastgesteld dat behandeling met tweedekeuzemiddelen voor specifieke dieren noodzakelijk is.
- De dierenarts een schriftelijke instructie voor het gebruik van de middelen heeft achtergelaten waarin de mogelijk te behandelen dieren zo veel mogelijk gespecificeerd worden.
- De dierenarts met de veehouder preventieve maatregelen in het bedrijfsdossier heeft opgenomen om de uitbraak te bestrijden en herhaling te voorkomen.
- De hoeveelheid tweedekeuzeantibiotica beperkt is tot hetgeen nodig is om maximaal 5% van de dieren te behandelen voor de betreffende aandoening.
- Er aandacht is gegeven aan de onderbouwing van de noodzaak tot toepassing van tweedekeuzemiddelen.
Handige links
Informatie over en normen voor dierdagdoseringen antibiotica: